Speerpunt 9

Een bereikbare en verkeersveilige gemeente die optimaal verbonden is met haar omgeving​.

Voor veiligheid in het verkeer is een goede inrichting van het net van wegen en paden nodig. In het buitengebied hebben we wegen waarop je 60 km of 80 km per uur mag rijden. De inrichting van een weg moet daarbij passen. Als 80 km per uur mag dan is het belangrijk dat er een vrijliggend fietspad is. De meeste wegen zijn daarop aangepast. Waar dat nog niet is gebeurd, pakken we dat op. Een algemeen punt is dat wegen en paden niet breed genoeg zijn. Landbouwvoertuigen worden zwaarder en langer. Ook fietspaden of -stroken worden intensiever gebruikt; er is meer variatie in fietssnelheden en soorten vervoermiddelen. Daar waar het mengen van fietsen met gemotoriseerd verkeer niet wenselijk is kijken we of verbreding of aanleg van fietspaden mogelijk is. Dit koppelen we met de momenten waarop we structureel onderhoud uitvoeren.

Om veiligheid te verbeteren werken we ook aan verbetering en bewustwording van verkeersgedrag. We werken daarbij samen met de provincie en Veilig Verkeer Nederland. Er gaat speciale aandacht uit naar verkeersdeelnemers die kwetsbaar zijn zoals kinderen of ouderen. We zetten onder meer campagnes in om alle verkeerdeelnemers te bereiken.

We willen het zo aantrekkelijk mogelijk maken om op een duurzame manier van de ene naar de andere plek te komen. Het meest duurzaam is wandelen en fietsen. We zorgen daarom voor goede doorfietsroutes tussen de steden Harlingen, Franeker en Leeuwarden. Dit soort fietsroutes zijn breed ,comfortabel en kennen zo weinig mogelijk obstakels en punten waar je (onnodig) lang moet wachten voor kruisend verkeer. De fietsverbindingen in noordzuid richting sluiten op deze doorfietsroutes aan.

Daarnaast zetten we in op goede overstaplocaties (hubs). Dit zijn overstaplocaties van fiets op (deel)auto of van fiets of (deel)auto op openbaar vervoer. Een overstaplocatie is bij voorkeur veilig, goed verlicht en heeft goede voorzieningen. Dit kunnen voorzieningen zijn om de fiets of auto te stallen of op te laden. En voorzieningen om beschut te kunnen wachten op de trein of de bus. Voorbeelden van overstapplekken zijn de treinstations en de carpoolvoorziening bij Winsum.

Ons doel is om elektrisch autorijden te ondersteunen. Daartoe werken aan een netwerk van laadpalen waarbij iedereen op een redelijke afstand kan opladen. We ondersteunen daarnaast het gedeelde gebruik van (duurzame) voertuigen. Dit kunnen bijvoorbeeld (elektrische) fietsen, scooters of auto’s zijn. Zijn er lokale initiatieven voor deelvervoer? Dan kunnen we bijvoorbeeld kijken of we daarvoor parkeerruimte kunnen reserveren.

We denken graag mee over alternatieve vormen van gedeeld vervoer die vanuit dorpen, wijken of ondernemers worden aangedragen.